Classroom-acties
1 Zeg je naam.
2 Herhaal je naam.
3 Spel je naam.
4 Druk uw naam af.
5 Onderteken uw naam.
6 Ga rechtop staan.
7 Ga naar het bord.
8 Schrijf op het bord.
9 Wis het bord.
10 Ga zitten.Neem plaats.
11 Open je boek.
12 Lees pagina tien.
13 Studie pagina tien.
14 Sluit je boek.
15 Berg je boek op.
16 Steek uw hand op.
17 Stel een vraag.
18 Luister naar de vraag
19 Beantwoord de vraag.
20 Luister naar het antwoord.
21 Doe je huiswerk.
22 Breng je huiswerk binnen.
23 Neem de antwoorden door.
24 Verbeter uw fouten.
25 Lever je huiswerk in.
26 Deel een boek.
27 Bespreek de vraag.
28 Help elkaar.
29 Werk samen.
30 Deel met de klas.
31 Kijk in het woordenboek.
32 Zoek een woord op.
33 Spreek het woord uit.
34 Lees de definitie.
35 Kopieer het woord.
36 Werk alleen. / Doe je eigen werk.
37 Werk met een partner.
38 Opsplitsen in kleine groepen.
39 Werk in een groep.
40 Werk als een klas.
41 Verlaag de tinten.
42 Schakel de verlichting uit.
43 Kijk naar het scherm.
44 Maak notities.
45 Schakel de verlichting in.
46 Neem een vel papier.
47 Deel de tests uit.
48 Beantwoord de vragen.
49 Controleer uw antwoorden.
50 Verzamel de tests.
51 Kies het goede antwoord.
52 Omcirkel het juiste antwoord.
53 Vul de blanco in.
54 Markeer het antwoordblad./ Bel het antwoord.
55 Zoek de woorden op.
56 Onderstreep het woord.
57 Kruis het woord door.
58 Ontcijfer het woord.
59 Zet de woorden op volgorde.
60 Schrijf op een apart vel papier.